02 juli
Na de tweede inval op woensdag 28 juni was aan Jef Aerts (Jef van de Went) -mijnwerker met een diploma van de landbouwschool- gevraagd of hij met zijn gezin de boerderij van zijn oom draaiende wilde houden.
Hij kreeg daarbij hulp van veel vrijwilligers uit de buurt. Zo kwamen de buurvouwen dagelijks de 12 koeien melken. Maar ook de kippen en varkens moesten verzorgd worden en de velden bewerkt.
Na zijn vrijlating kwam ook Laurent een handje toesteken. Tussendoor ging hij zijn vader opzoeken in diens schuilplaats.
Jef van de Went en zijn vrouw Lewis verhuisden tijdelijk met de twee jongste kinderen, Mon (9j) en Anna (6j) naar De Ploeg.
De oudste kinderen bleven in het ouderlijk huis wonen uit schrik om door de Duitsers te worden opgepakt. Hun schrik was niet onterecht.
Al de eerste nacht, op zondag 2 juli, was er plots midden in de nacht veel gestommel en lawaai. De Sicherheitspolizei stond opeens in de kelderkamer(*) waar de twee kinderen sliepen. Mon had de strozak waarop ze moesten slapen al eerder op de avond van het bed gesmeten. Het leek daardoor voor de Duitsers alsof de strozak was beslapen! Iemand van de bewoners was gevlucht, dachten de Sipo-agenten ten onrechte.
(*)Vroeger een slaapkamer die tot een meter boven de begane grond lag, met daaronder de kelder. Het trapje dat leidde naar de slaapkamer was een soort deur langs waar je ook de kelder kon ingaan.
Vanuit het venstertje schoot één van de Duitsers op iets wat buiten bewoog. Dat schot ging gepaard met een enorme knal, nog versterkt door de kleine ruimte. Je zou als kind voor minder schrikken!
Vervolgens moest Mon aan de invallers uitleggen waarom die beslapen matras daar lag. Gelukkig namen zij na een tijdje genoegen met zijn verklaring.
De Sipo nam Jef van de Went mee om hen te begeleiden naar het huis van Louisa en haar echtgenoot Sooi Rens in Varendonk. Had de Sipo een tip gekregen?
Het huis werd volledig omsingeld.
Toen ze binnenvielen was vader Jef inderdaad bij zijn dochter Louisa. Hij werd bliksemsnel verborgen in een ingemaakte kast, die verstopt zat achter een hoop aardappelkistjes. Hij werd niet gevonden!
Sooi, de man van Louisa, werd wel opgepakt en meegenomen naar Antwerpen voor verhoor.
Jef van de Went, die door de Duitsers alleen werd achtergelaten in hun auto, maakte van de gelegenheid gebruik om terug te keren naar De Ploeg. De Sipo kwam na de inval bij Sooi en Louisa direct controleren of Jef wel degelijk was teruggekeerd en dat hij geen andere familieleden was gaan alarmeren.
Enkele dagen later viel de Sipo ook binnen bij de schoonouders (zie foto hiernaast) van Louis. De Duitsers lieten hun auto staan aan de Kapittelberg en gingen te voet verder om de familie te kunnen verrassen. Gelukkig kon die rekenen op buren die hen tijdig verwittigden.
Daardoor kon Louis nog snel gaan schuilen in het hooi en konden de schoonbroers vluchten in de omliggende bossen.
En ook hier stak men met de hooivork in het hooi waarin Louis zich schuilhield. En weerom vond men hem niet! Omdat schuilen in het hooi te gevaarlijk bleek, verborg Louis zich, bij gevaar, de rest van de oorlog achter een valse wand in een ondergrondse silo!
(met dank aan ooggetuige Mon Aerts/Zammel)