De Ploeg bij het begin van de oorlog.
Op 11 mei, daags na de inval van de Duitsers komen op De Ploeg niet minder dan 75 vluchtelingen toe uit naburige gemeenten. Vooral mensen die aan de overkant van het Albertkanaal woonden. Zij waren met al hun hebben en houden gevlucht in de ijdele hoop dat de Duitsers niet zo vlug het Albertkanaal zouden oversteken. Zij werden allemaal, in de mate van het mogelijke, geholpen door Jef en Roos. Ze verbleven een viertal dagen op de boerderij. Al snel zagen ze in dat vluchten geen nut had en keerden ze terug naar huis.
Uittreksel uit de brief van Jef aan Evarist (zie ook hiernaast)(1):
‘’Vanaf zaterdagavond 11 tot 14 mei hadden wij nog zeker 75 vluchtelingen van tegen en over de vaart Einthout Zitterd Geel Zammel Steelen. 2 van 90 tot 92 jaar, 1 vrouw die 4 dagen een kind had, Den hengsteboer Neys van Zittaard met 3 huishoudens en 5 koeien. Onzen boer van Einthout met zijn huishouden(1); Fons Van Sweevelt Winkelom-heide met 3 koeien en 2 varkens. Op de binnenplaats de ene kar tegen de andere. Kleine kinderen genoeg. Ze zijn vanaf dijnsdag voor den avond tot woensdag 15 Mei terug in den beste orde naar huis gekeerd; wij hebben zoveel geholpen en gegeven als zij nodig hadden.
Louis en Rist zaten aan het front en oudste zoon Frans was vertrokken naar West-Vlaanderen om zich te melden bij het Belgisch leger.
Dochter Louisa (Lewis) was in 1939 getrouwd en woonde samen met haar man Frans (Sooi) Rens in Varendonk, wat maakte dat Jef en Roos voor de hulp aan de vluchtelingen alleen nog konden rekenen op hun jongste kinderen Josefa (16j), Laurent (11j) en Emiel (9j).
Gelukkig kregen ze bij het oogsten hulp van familie en buren.
Uittreksel uit de brief van Jef aan zoon Evarist (zie ook hiernaast)(2):
“De zoon van Fons Vansweevelt (2) woont te Geel tegen ’t dorp was hier gevlucht; en is hier gebleven met zijn vrouw en 2 kleine kinderen 8 en 3 jaar om te werken, nog 1 klein hectare koorn moeten wij pikken. Wij hebben 1 nieuw maaimachien gekocht en ’t oude in ruil opgegeven. Het maaide heel goed zonder geluid. Jan Mangelschots heeft 3 dagen helpen pikken.”
Tijdens de oorlog werden Poolse en Russische krijgsgevangenen door de Duitsers verplicht tewerkgesteld in de Limburgse koolmijnen. Enkele van de krijgsgevangenen die konden vluchten, kregen eveneens voedsel en onderdak op De Ploeg.
Christelijke naastenliefde was geen ijdel begrip voor Jef en Roos!
(1) huurders van hun boerderij in Eindhout
(2) Fons Vansweevelt (°1883) was de (enige) broer van Roos