Peer Cloon 1790-1856
Ik wil u zeker ook de kleinzoon van Petrus Aerts, eveneens Petrus Aerts(*) geheten, wat uitgebreider voorstellen. Petrus of Peer Cloon (° 23 jul 1790, † 31 jul 1856), was de zoon van Jacobus, woonde en werkte eveneens zijn ganse leven in Wesel-Blauberg.
Wesel was toen al jarenlang zowat het ‘centrum’ van de Blauberg waar ook de rijkere boeren woonden.
Peer was naast landbouwer ook kuiper. Het was door zijn werk als kuiper/ tonnenmaker/ klompenmaker dat Peer en zijn kinderen de bijnaam ‘Cloon’ kregen.
Peer was gehuwd met Anna Elisabeth Weckhuyzen, (* 2 feb 1804 in Langdorp). Zij kregen samen 10 kinderen: Jacobus (Koben), Agnes, Maria, Cornelis, Joannes, Franciscus (Sus ‘Cloon’), Petrus, Ludovicus (Louis), Rosalia (Roos) en Joannes-Baptist (Tist). Vier van hun kinderen overleden al op zeer jonge leeftijd.
Het leven in het rustige Blauberg was sowieso al zwaar maar daarbij kwam dat in de eerste helft van de 19de eeuw er nog talrijke bendes al plunderend en rovend rondtrokken in de Zuiderkempen. Meestal waren het arme sukkelaars die geen werk of eten hadden. Om niet lastig gevallen te worden, kon je een bende betalen om je te beschermen tegen andere bendes, wat Peer dan ook noodgedwongen deed.
Op een dag had Peer 1000kg koren en twee ossen verkocht. Hij moest de koopwaar bij de koper in Diest gaan af leveren. Peer stuurde één van zijn knechten met paard en kar, samen met beide ossen vooruit en ging zelf te voet achterna. In Diest aangekomen stuurde hij zijn knecht met paard en kar terug naar huis en wachtte zelf tot hij zijn geld ontvangen had.
De voerman keerde terug naar de Blauberg.
De avond en nacht viel en nog was Peer niet teruggekeerd. Zijn vrouw, Anna Weckhuyzen, ging daarop de bendeleider opzoeken die door Peer werd betaald om hen te beschermen. De man trommelde zijn mensen op en ging op zoek naar Peer. Twee uren later al hadden zij Peer gevonden, opgesloten door een andere bende in Molenstede. Hij werd onmiddellijk vrijgelaten en kreeg zelfs al zijn geld terug.
Zoon Sus Cloon -officieel Franciscus Joseph- (Blauberg °zaterdag 06 februari 1836-Blauberg ✝donderdag 04 juni 1914) was loteling van de klasse 1856. Hij trok het nummer 38 maar was daarmee gelukkig vrijgeloot. Sus huwde op zaterdag 12 januari 1861 te Varendonk met herbergierster Rosalia Verboven (Roos van ‘De Valk’). Zij kregen samen 7 kinderen. Eén van die kinderen was Jef Aerts van De Ploeg.
(*) gebaseerd op het schriftelijk relaas van Josephus Aerts (Jef van de Went, °28/05/1900-†01/07/1921), kozijn van de kinderen Aerts van De Ploeg, vroegere Schepen van Herselt.