-Richard C Dabney en Ernest J. Bennett
22 december 1943: bommenwerper ‘Princess Pat’ vertrekt van op de basis Horham (Engeland) om een spoorweg te bombarderen in Münster (Duitsland), niet ver van de Nederlandse grens. Boven Münster wordt het toestel geraakt door luchtafweergeschut. Niet minder dan acht Amerikaanse bommenwerpers en zes Duitse jachtvliegtuigen zouden die dag neerstorten in Friesland.
De piloot van de ‘Princess Pat’ draait het toestel richting kust maar verliest daardoor de bescherming van de andere bommenwerpers en wordt een makkelijk doel voor twee Duitse jachttoestellen. Met twee kapotte motoren verloor het vliegtuig snel hoogte en draaide rond 14.00 bij Zuidwolde (Hoogeveen) plotseling naar het zuiden, stortte neer en vloog in brand. Vier bemanningsleden worden gedood. Vier van de zes bemanningsleden die zich met hun parachute konden redden werden onmiddellijk gevangen genomen.
Navigator Ernest ‘Jack’ Bennett (28 jaar) en radio-operator Richard ‘Dick’ Dabney (26 jaar) werden snel opgenomen door leden van de lokale verzetsgroep ‘De Groene’.
De verzetsgroep gebruikte een boot om geredde geallieerde soldaten tijdelijk in onder te brengen in afwachting van hun mogelijke terugkeer naar Engeland. Die boot lag verscholen in het riet in een zijarm van het ‘Zwarte Water’ nabij Zwolle. Ondanks het feit dat veel mensen in de streek van het bestaan van de boot afwisten is hij nooit verraden. Wat zeker zeer uniek mag genoemd worden.
Hun vlucht gaat onder andere van Hoogeveen naar Dordrecht en verder naar Best. Vanuit het dorpje Nijnsel fietsen ze op 6 januari 1944 onder begeleiding van twee weerstanders naar Harrie Otten in Erp (dezelfde Harrie Otten die ook Charles Zesch begeleidde) waar ze twee dagen verbleven.
Op 8 januari fietsen ze weer verder naar Sevenum. In Sevenum werden de vliegeniers normaal gezien ondergebracht in een ‘pilotenhulplijn’.
Maar ook Bennett en Dabney werden terug overgebracht naar Rotterdam omdat de vluchtroute Sevenum-Neeritter- België nog altijd te gevaarlijk was.